Dag 6, River Kwai toer
Bij het wakker worden zouden we getrakteerd worden door olifanten aan de kant van de rivier, maar die kwamen pas nadat iedereen al op was en aan het ontbijt zaten. Het waren er twee die door de mensen uit het dorp gevoedt werden.
Het was tijd om de Jungle Rafts te verlaten en weer vaste grond onder de voeten te krijgen.
De rit gaat naar het Hell Fire Pass museum. Dit museum laat de gruwelijkheden zien die de krijgsgevangen en lokalen hebben moeten doorstaan om de het beruchte Hell Fire Pass te realizeren. Hell Fire Pass is een kloof die in een berg gemaakt moest worden voor de spoorweg van Burma naar Bangkok, dezelfde lijn als de river kwai bridge. Men moest eerst 300km lopen voordat men hier aan kwam en daarna moest er gewerkt worden bij temperaturen van 30graden plus met een tijdschema van 10 tot 15 uur per dag. Het museum geeft het verhaal weer, maar beneden kon je de Hell Fire pass bezoeken. Een stuk spoorlijn is er ter nagedachtenis neergelegd. Indrukwekkend mag ik wel weer zeggen.
We vervolgen de route en rijden naar Ayutthaya, de voormalige hoofdstad van Thailand. Hier staan vele oude tempels die nu nog als ruinies te bezichtigen zijn. Een ervan het het oude Grand Palace. Hier staan voornamelijk nog de chedis overeing, de torens waarin de as van de koninklijke familie werden bewaard.
Daarmee kwam voor ons een einde aan de River Kwai toer. Wij zitten in een hotel in Ayutthaya en de rest gaat terug naar Bangkok. Morgen zien we dezelfde groep weer terug.
Na het inchecken gaan wij nog even kijken of we een clinic kunnuen vinden om Wendy d'r teen te laten verzorgen. We kwamen uit bij een tandarts, maar na een klenemaar moeizame, conversatie kon zij hier geholpen worden. De man was bijzonder behulpzaam. Nieuw gaasje erom heen een een lijstje om zelf de spullen te kunnen kopen om het dagelijks te kunnen verversen.
's Avonds gaan we de stad in om te kijken of we iets kunnen vinden waar we kunnen eten. Volgens de Loney Planet moest er een backpackersstreet zijn, dus wij door naar toe. Voor het hotel staan een tuk-tuk te wachten en wij vragen wat het kost om daar naar toe gebracht te worden. 100 bath, nee dat was toch echt te veel. In Bangkok ging het voor veel minder naar de andere kant van de stad. Dan maar lopen, maar het was iets verder dan verwacht. Afijn we komen er in de straat en er is niet veel te doen. Qua eten al helemaal niet, wat heel gek is voor thailand. We kwamen uit bij een pizzaria en dat zegt al genoeg. Twee pizzas besteld, want Stanley sloeg over. Ze waren goed te eten.
Daarna toch maar met de tuk-tuk weer turug naar het hotel, want we hadden geen zin om het hele stuk terug te lopen. 120 baath, nou vooruit dan maar, voor deze keer.
Daarmee leek deze dag ten einde, maar ondertussen is wendy 's nachts ziek geworden. Haar maag was van streek. De volgende dag blijkt dat ook Stanley nog niet helemaal goed is. Om half 10 zou de minivan voor de I-saan toer voor de deur staan!!